In de afgelopen maanden zijn er in Den Haag drie kraakpanden ontruimd, twee daarvan in de afgelopen maand. Dit artikel biedt een diepere analyse en beschrijving van de gebeurtenissen en tracht meer inzicht te geven wat betreft de laatste ontruimingen en de rollen die pandeigenaren en autoriteiten daarin hebben gespeeld.
De Panden
De eerste ontruiming vindt plaats op 27 januari 2018 in het Haagse Bezuidenhout. Twee dagen eerder had een groep krakers het pand aan de Willem van Outhoornstraat 15-17 herkraakt na twee jaar leegstand. De groep had het pand weer als woning in gebruik genomen, nadat het in januari 2016 was ontruimd. Ook het Autonoom Centrum Den Haag was in het pand gevestigd, tussen 2010 en 2016, wat de motivatie voor de herkraak breder maakte dan een aanklacht tegen de woningnood alleen: vooral moest worden aangekaart dat er voor de zoveelste keer was ontruimd voor leegstand. Op zaterdag 27 januari 2018 komt de politie ter plaatse. De woordvoerders namens de krakers melden dat het pand al twee dagen gekraakt is en met foto’s kunnen zij bewijzen dat er reeds huisrecht is gevestigd. Het duurt niet lang voordat een van de eigenaren ter plaatse komt en er bij de politie op aandringt om tot ontruiming over te gaan. Twee agenten gaan vervolgens langs bij buren en winkels, in een hopeloze (en vruchteloze) poging om ergens een ooggetuigeverklaring van heterdaad los te peuteren. Ondanks het gebrek aan bewijs besluit de politie om tot ontruiming van het pand over te gaan. Eerst wordt geprobeerd om de deur te openen met een sleutel van de eigenaar, wat uiteraard faalt. Na de volgende mislukte poging, waarbij met een stormram op de de deur wordt gebeukt, slaat de Mobiele Eenheid de ruiten van de voormalige kroeg op de begane grond in, zodat de BraTra kan beginnen met het wegslijpen van de barricades. Vijf uur na het begin van de ontruiming worden er boven in het pand 19 mensen aangehouden.
Vlak voor het weekend van 12-13 mei wordt het pand aan de Jacob Catsstraat 1 gekraakt, dat al ruim 5 jaar leegstaat voordat het weer als woonruimte in gebruik is genomen. Op dinsdag 15 mei, vier dagen na aanvang van de nieuwe bewoning, komt de eigenaar er bij toeval via een bekende achter dat het pand is gekraakt. Hij begint te schreeuwen, te schelden en tegen de deur te trappen. De krakerswoordvoerder arriveert en probeert met de eigenaar te spreken, maar deze wil niks van een gesprek weten. Door de ontstane commotie komt nu ook de politie ter plaatse. De woordvoerder loopt op hen af om duidelijkheid over de situatie te verschaffen, maar de agenten nemen het getier van de eigenaar roerloos in zich op en laten alleen maar los dat ze melding van de omstandigheden zouden hebben gemaakt. Vanaf de hoek van de straat blijven de agenten toekijken hoe de eigenaar een schroevendraaier en een moker uit zijn auto pakt en daarmee de deur probeert te forceren, wat hem niet lukt. Dan komen meerdere politieauto’s de straat inrijden en wordt een gesprek tussen de politie en de eigenaar aangeknoopt. De woordvoerder van de krakers, die met een map met voor de politie relevante informatie voor de deur van het pand staat, wordt doelbewust genegeerd. De situatie wordt pas na anderhalf uur duidelijk, als er een colonne ME-bussen verschijnt. Achter de bussen vormt zich een legertje ME’ers, die het pand even later met veel machtsvertoon probeert te betreden, zonder de in de woning aanwezige mensen te vorderen om het pand te verlaten. Een uur later is ook dit kraakpand ontruimd.
Op woensdag 16 mei blijkt dat het slot op het kraakpand aan de Lange Lombardstraat 55 is vervangen. Op de glazen deur is aan de binnenkant een brief geplakt waarin vermeld wordt dat de eigenaar in aanwezigheid van de politie het slot op de voordeur heeft vervangen. Het is dan al anderhalve week bekend bij de politie dat het pand is gekraakt en er is inmiddels ook al contact geweest tussen de advocaat van de eigenaar en de advocaat van de nieuwe bewoonster. Onaangekondigd, als zij die woensdag op haar werk is, verschaft de eigenaar zich zonder overleg toegang tot haar inmiddels huiselijk ingerichte woning, om haar vervolgens buiten te sluiten: allemaal onder het toeziend oog van de politie.
Richtlijnen en Afspraken
Om de context rond deze ontruimingen te begrijpen is het noodzakelijk om naar verschillende richtlijnen en regels te kijken die zijn opgesteld voor de omgang met gekraakte panden en krakers. De voornaamste richtlijn is die van het Openbaar Ministerie* waarin uitgelegd wordt hoe de Wet Kraken & Leegstand (de anti-kraakwet) moet gehandhaafd worden. Het OM stelt dat na de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in 2010 krakers de kans moeten hebben om zich in de rechtbank te verdedigen tegen een voorgenomen ontruiming. Deze richtlijnen verwijzen naar strafrechtelijke ontruimingen, die na de ingang van de anti-kraakwet in 2010 mogelijk zijn. De richtlijnen van het OM stellen dat zo’n ontruiming schriftelijk moet worden kenbaar gemaakt aan de krakers en dat zij hiermee de kans moeten krijgen om een kort geding te starten om de ontruiming tegen te gaan.
Met in acht name van deze richtlijnen heeft het politiekorps haaglanden een korpsvoorschrift* samengesteld over hoe agenten dienen om te gaan met gekraakte panden: “Rekening houdend met het arrest van het Gerechtshof te Den Haag van 8 november 2010 (UN B03682), is besloten dat ontruimingen op basis van art. 551a Sv in beginsel aan de bewoners van een kraakpand moet worden aangekondigd en dat in beginsel zal worden gewacht met ontruimen totdat de voorzieningenrechter zich over een voorgenomen ontruiming heeft uitgelaten…”. Naast deze richtlijn worden er uitzonderingen genoemd. Er kan wel tot ontruiming overgegaan worden als er sprake is van een heterdaad situatie, huisvredebreuk, een gevaarlijke situatie of vrees voor openbare ordeverstoring. Als deze uitzonderingen niet opgaan in de situatie en de krakers huisrecht hebben beveelt het voorschrift agenten niet op te treden en de eigenaar van het pand in te lichten over de kraak. Deze richtlijnen passen in het beleid van het openbaar ministerie.
Wat niet past in het beleid van het OM is de volgende uitzondering: de politie treed niet op voordat er een besluit volgt uit de lokale driehoek; dat is bureauchef van de politie, de burgemeester en de officier van justitie (OVJ). Wat volgt in het korpsvoorschrift is van uiterst belang i.v.m. de ontruimingen die de afgelopen tijd in Den Haag hebben plaatsgevonden: “LOKALE DRIEHOEK: Door de politieambtenaar wordt ter zake van de aangifte niet eerder opgetreden dan nadat in de lokale driehoek daartoe is besloten en het OM hiertoe de opdracht heeft verstrekt. MACHTIGING TOT BINNENTREDEN: Aangezien er in een dergelijke situatie vanuit dient te worden gegaan dat de verdachte/kraker het huisrecht heeft gevestigd, is voor dit optreden een machtiging vereist tot binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner”. In het korpsvoorschrift van het politiekorps Haaglanden wordt een apart beleid gecreëerd voor de ontruiming van kraakpanden. Het korpsvoorschrift geeft de macht aan drie autoriteitsposities in Den Haag om autonoom te beslissen om tot ontruiming over te gaan, ook al schenden ze hierbij het huisrecht.
Structurele Schending van het Huisrecht
Het laatste stuk van het korpsvoorschrift geeft de politie de mogelijkheid om het huis/woonrecht aan de kant te schuiven en OM richtlijnen structureel te negeren zonder enig gevolg. Zowel bij de ontruiming van de Willem van Outhoornstraat als bij de ontruiming van de Jacob Catsstraat drong de politie binnen met een bevel tot binnentreding. Ironisch genoeg is dit binnentredingsbevel het bewijs dat de krakers zich daadwerkelijk konden beroepen op hun huisrecht. Het is duidelijk dat er vanuit de burgemeester, bureauchef en OVJ wordt besloten om te ontruimen en dat de ontruimingen niks te maken hebben met een heterdaadsituatie of de uitzonderingen genoemd in de richtlijnen van het OM. De ontruimingen van de Willem van Outhoornstraat en de Jacob Catsstraat zijn politieke beslissingen die genomen zijn niet met een wettelijke basis maar met een repressieve motivatie waarvan de politieke voorkeur vanaf spat.
Over Eigenaren en Lakeien
Alle drie de ontruimingen bevatten een cruciale factor: ze zijn allemaal uitgevoerd samen of in aanwezigheid van de eigenaar van het ontruimde pand. In de Willem van Outhoornstraat was een van de drie eigenaren van Stichting Hofje van ’t Hogelanden snel ter plaatse. De stichting had het pand twee jaar eerder gekocht en liet het sindsdien leegstaan. Nadat de eigenaar met de politie heeft gepraat en aangifte heeft gedaan is de Mobiele Eenheid tot ontruiming overgegaan. In de Jacob Catsstraat schoot de politie de eigenaar, T. Berkman (het pand is eigendom van Berkman Beheer BV.) te hulp toen deze de deur zelf niet kon openbreken nadat het pand vijf jaar had leeggestaan. In de Lange Lombardstraat hebben agenten een toeziend oogje gehouden terwijl de beheerder van de het pand, Staate Beheer BV. (Het pand is eigendom van Bromm BV.), zelf een bewoonster ontruimde die het pand had betrokken na een leegstand van twee jaar.
Andere Tijden
Het fenomeen van kraken heeft een lange geschiedenis en er kan zonder twijfel worden gezegd dat de politie en pandeigenaren in die geschiedenis altijd een vijandige rol hebben gespeeld ten opzichte van mensen die hun recht op wonen opeisen. Zo is dat nog steeds. Bij de afgelopen ontruimingen heeft de politie een escalerende en vooral confronterende rol gespeeld. Door iedere keer het gesprek en dialoog met krakers af te wijzen heeft de politie bij elke ontruiming de confrontatie opgezocht en geïnitieerd. Daarnaast kennen krakers het fenomeen van een knokploeg al decennia lang. De eigenaar komt het pand binnen om het te ontruimen met een klein privélegertje. Er wordt soms gezegd dat tijden verandert zijn, en dat blijkt. Vroeger moesten eigenaren knokploegen inhuren, louche afspraken en beloftes maken, maar nu lijkt het erop dat de staat, hier vertegenwoordigd door de gemeente Den Haag en de lokale driehoek, gratis knokploegen verschaft.
Tegen Eigenaren en Politie!
Kraken Gaat Door!
Kraakspreekuur Den Haag